Ik kan heel erg genieten van koud weer. Dat het gras knispert en knuspert onder je schoenen. Dat de bladeren en bomen, struiken een zilverig kristallen randje laten schitteren in een winter zonnetje. Niet te diep inademen,maar net diep genoeg zodat het geen zeer doet. Daarna rookwolkjes blazen die je neus laten gloeien. En dan thuiskomen. Kaarsjes aan net als de kachel. Een warme kop thee of iets anders warms. Je dan lekker opkrullen op een bank of stoel met een boek en je vergeet de tijd. Hmmmm, heerlijk knus!
Wanneer mijn jongste zoon dat vanmiddag zegt dat hij het gezellig knus vindt, ervaar ik als een beloning. Soms is het gewoon niet zo knus thuis. Dan is thuis wel een huis maar meer een met een zucht en niet knus. Er is niet veel voor nodig om het van knus weer naar koel en koud te krijgen. De lontjes zijn soms net te kort. Nee dat is niet gek, maar wel eens lastig. Het is oh zo begrijpelijk dat de rek eruit is. Maar ja we moeten het doen met wat we hebben en soms is het niet veel. Soms is het gewoon even knus met zijn drieën, Reinier, Frey, en ikzelf. Soms is het lekker knus om erop uit te gaan met de hond. Soms is gewoon niks knus. Het is altijd wel wat en is het niks dan maken we er wat van.