Voor het eerst

Vanochtend werd ik voor het eerst deze week niet wakker gebeld door de telefoon, maar door mijn zelf gezette wekker. En dat was niet voor het eerst natuurlijk. Ik zou mijn dagen wel het liefst zo willen leven alsof ze iedere keer de eerste dag zijn. En dan niet om iedere dag opnieuw uit te vinden, maar wel om opnieuw te verwonderen en te omarmen.

Vandaag zag ik voor het eerst deze lente bloeiende pinksterbloemen. En paardenbloemen en fluitenkruid en koolzaad, nou dan is het toch echt lente.  Voor het eerste kievitsei is een heuse wedstrijd met een koninklijk randje. Maar voor het zien van de eerste pinksterbloem geldt dat niet. Eigenlijk zijn het beide rariteiten. Want het gezegde luidt:” in mei leggen alle vogels een ei behalve de koekoek en de griet die leggen in de meimaand niet!” En waarom wordt dat eerste ei dan al in februari gevonden? Of is het dan een ei van vorig jaar, dat eigenlijk rot is ? En waarom bloeien pinksterbloemen altijd al ver voor Pasen en Pinksteren? Meestal is er geen pinksterbloem meer te zien met Pinksteren . Of was dit eerst wel zo en nu niet meer? Ik weet het niet, want ik was er eerst nog niet.  Bij thuiskomst zagen Reinier en ik op de stoep een vlinder die zich warmde in de zon. Net toen ik af wilde drukken voor de foto fladderde hij of zij ervandoor. Daarna deed ik het goede voorbeeld van de vlinder volgen en vleide mij iets minder gracieus op de loungebank in de tuin en warmde mij in de zon. Voor het eerst dit jaar. Koestermomenten soms voor het eerst soms in de herhaling. Nooit te laat voor een eerste keer.

Slaapdag

Toen vanochtend mijn ogen met moeite opengingen wist ik het eigenlijk al. Dit is een slaapdag. Mijn hoofd deed zeer door holtes die vol zitten. Mijn rug deed zeer want mijn pijnstilling was al langer uitgewerkt. In de buurt zijn ze op meerdere plekken bezig hun huizen te renoveren. Helaas gaat dat met veel kabaal en stof gepaard. Maar goed ik dacht ik blijf nog even liggen daar ben ik wel aan toe. Tot de telefoon ging een half uur later. Dan maar uit bed en onder de douche misschien spoel ik de lamlendigheid van me af. Voordat ik de douche in stap alvast een pijnstiller en nog een ingenomen dan kunnen ze gaan samenwerken. Ik voel mij oud en versleten zelfs na de douche of misschien wel juist door het douchen. Afdrogen en aankleden het zijn dingen van alle dag maar ze gaan nu al weken niet vanzelf. En al die ongemakken geven dat ik moe ben en slaapdagen nodig heb. Maar zo’n slaapdag is helemaal niet vol met slapen. Ik doe de was en ga weer even op de bank liggen en val in slaap. Mijn zoon gniffelt als hij merkt dat ik weer wakker schrik van het een of ander. Goed dan nemen we nog een kopje koffie en lopen een rondje met Frey. De buitenlucht en Frey doen wonderen. Wonderen van tijdelijke aard. Bij thuiskomst is het tijd om naar het zwembad in Utrecht te gaan voor de therapie van de jongste zoon. “Dan kan u mooi een uurtje slapen op de bank daar!” Ja dat kan, maar het gebeurde deze keer niet. Ik heb mijn tijd nuttig besteed met lezen. Lezen van nieuw foldermateriaal en dan doorgeven wat ik ervan vind en wat er eventueel anders kan. En dan zijn we weer thuis. Tijd voor thee en een koekje een dutje in de stoel. Door naar het eten koken en eten en zo gaat het maar door. Uiteindelijk beland ik wel weer in mijn bedje. Maar een echte slaapdag kon ik het niet noemen.

Barstensvol

Buiten zit barstensvol leven. Je doet een stap uit je deur en je wordt door het leven ingesloten of omsloten. De vogels zijn druk met elkaar in gesprek of maken elkaar het hof. Het klinkt in ieder geval gezellig druk. De mussen hippen op en af de dakgoten. Mezen in allerlei variaties vliegen hun routes naar insecten en kleine zaden en terug naar het nest. In de sloten wemelt het. Het krioelt van leven. De schaatsenrijdertjes zijn weer gespot. Net als de padden en hun trek in de avondschemering. Nog even en we zien weer kikkervisjes wemelen. Iedere dag ontspringt er meer groen. Met de dag kleurt de wereld kleuriger. Je kunt er niet meer om heen het is volop lente. Heerlijk om daar in rond te wandelen, te verpozen. Ik neem dit alles in ik op als een spons totdat ik barst van al dat moois en het er even uit moet huppelen of fluiten. Wie kan er nu ontevreden zijn met dit weer?

Mijn dagen zitten ook barstensvol. Vol met seconden en minuten en uren. Voor iedere tijd is wel wat. Gisteren op interview geweest in Zandvoort. Terwijl ik de plaats naderde dacht ik aan de damherten;” zullen het er echt zoveel zijn. Zal ik ze tegenkomen?” Ja ik kwam ze tegen en ik denk dat het er best wel wat zijn, maar er zijn nog niet meer herten dan mensen of toeristen in Zandvoort. Het is bijzonder om op deze manier met andere mensen in contact te komen en gelijk een soort van herkenning bij elkaar te hebben. Dan raak ik vol van gevoel. Daar tussendoor tuimelen direct ideeën  voor mijn artikel en voor een invulling van een smoelenboekje. Hoe apart het is om door het nare iets positiefs te zien ontwikkelen. Daar kan je hoofd niet bij, maar mijn hart wel. 
Vandaag was weer heel anders gevuld. Met gezellige gesprekken thuis op de bank. Met ouderwetse marteltechnieken op de bank bij de fysiotherapeute. Gevierendeeld en onder de voet gelopen, gemangeld en opgerekt. Daarna nog even in de stoel van de kapper plaats genomen. Mijn haar zit nu weer barstensvol krullen. Ik voel mij niet herboren, maar voel wel van alles. “Wat heeft u dan?” Een beknelde zenuw, een hernia zeg maar een beetje. Met tje klinkt het gelijk minder rot. Ik sprak eens een meneer die voor het Longfonds een stand bemande. Ik vroeg hem naar zijn connectie met het longfonds. Hij zei;” ik heb een copdtje!” Ik nam de man gelijk niet meer serieus. Copd is geen kleinigheidje het is gewoon een dodelijke ziekte, net als kanker dat is. Je zegt toch ook niet;” ik heb een kankertje!” Wanneer mannen het over een vrouwelijke collega hebben zeggen ze ‘collegaatje’ zij nemen hun collega dus ook niet serieus. Ik heb dus een hernia geen tje. Het is ook geen ‘dingetje ‘ ‘zeg maar ‘ : van die uitspraken krijg ik een allergische reactie. Doe maar gewoon dan doen we al gek genoeg. 

Als ik later koning ben

Zou je koning willen zijn? En als je dan koning bent wat zou je dan doen? Kun je waarmaken wat je eerst hebt beloofd te zullen doen. Ik denk aan de film de leeuwenkoning (Als ik later koning ben ) De welbekende stuurlui aan de kant die weten het altijd beter. Want luister om je heen en je hoort een ieder ongevraagd adviezen geven over de regering, de manier van lesgeven en noem maar op. Wij weten het altijd beter. Totdat het zover is en je het zelf moet gaan laten zien. 

Vandaag hoorde ik een  verhaal ; dat mensen die geloven profeet , priester en koning zijn. Of eigenlijk er wordt van gelovigen verwacht dat ze zich als profeet, priester en koning zullen gedragen. Dat betekend dat je een waar medemens mag zijn, altijd voor iedereen. Dat vraagt nogal wat van je. Oké een profeet; een goed woord voor iemand hebben dat lukt vaak wel. Priester ; je dienend inzetten voor de ander wordt al lastiger. Maar koning zijn dat vraagt dat je kwaad bestrijd ook in en bij jezelf. Dat je het goede moet doen, recht moet laten gelden. Misschien kies je er dan voor om toch maar niet gelovig te zijn of maar voor de helft die je wel aanspreekt. Zo gaat het vaak denk ik. We doen in al ons dagelijks leven vooral dat wat ons zelf goed ligt. Hoe dat voor een ander zal zijn komt vaak pas ver achteraan. De opoffering de onbaatzuchtigheid lijkt wel langzaam uit te sterven. En daar hoef je geen gelovige voor te zijn. Voor al bovengenoemde zaken hoef je geen gelovige te zijn. Geloof in de ander dat die ook goed kann doen, dat we er allemaal toe doen op onze eigen manier. Dat we er zijn om elkaar te ondersteunen door dik en dun. Dat vergt doorzettingsvermogen en soms een lange adem. Maar misschien geldt hier dan wel het recht van de zwakste en de aanhouder, tot je wint. Samen voor beter. Als ik later koning ben dat is eigenlijk nu. Nu nog doen.

Spontaan

Spontaan is vrij aandoenlijk. Spontaan is niet doorsnee. De verrassing is overweldigend. Mijn oudste zoon bakte spontaan pannenkoeken voor het ontbijt. Toevallig blijkt het ook nog eens nationale pannenkoekendag te zijn. Daar kan een mens en ik als moeder zo van genieten. Die lieve jongens toch. De tweelingzonen waren op tijd uit hun bed terwijl ze pas in de middag naar college hoefden. Maar ze hebben elkaar voor hun verjaardag een geweldig kado cadeau gedaan; dominion. Het is een kaartspel voor maximaal vier spelers en eindeloos veel mogelijkheden. Zij konden net aan twee keer een spel dominion uitspelen om vervolgens aan het echte levensspel deel te nemen. Ook ik vind het een leuk spel, maar mijn taak als moeder moest vandaag anders ingevuld worden. 

Met mijn jongste naar Utrecht voor therapie. Voor 100% zet hij zich in om eruit te halen wat eruit te halen valt. En iedere keer is dat ietsje meer. Dat is fijn om te merken en te zien. Onderweg zien we in het mooie lentezonnetje de dure mooi-weer-auto’s langs komen. Spontaan zegt mijn jongste:” ik ben niet zo gek van auto’s, maar sinds ik autorijd vind ik autorijden wel leuk. En die paar keer in een dure sportwagen waren wel extra leuk!” Oftewel ik hou wel van dure sportwagens. 

Na het college komen de zonen weer naar huis in gezelschap van hun vriend. Hun geplande etentje ging spontaan niet door, maar daar wisten ze wel wat op. Thuis met z’n allen de laptops op tafel en digitaal een spel spelen. En dan in de verlenging het kaartspel erbij. Laat ik dan maar zo spontaan zijn om het spul van eten te voorzien. Ik hou van spontaan. Het maakt mijn dag weer compleet. 

Wat een geluk

Geluk is een gave. Geluk is genoeg. Soms kun je opeens gelukkig zijn met jezelf en met anderen. Geluk is nooit teveel, maar altijd goed. Geluk is voor het mooi ook als het je tegenzit. Wat een geluk dat ik ik ben. En dat ik jou ken. En jou, en jou..

Ik voelde mij vandaag een geluksvogel. Niet omdat alles zo goed gaat en meezit. Dat doet het namelijk niet. Maar gewoon gelukkig zijn met wat ik wel heb en het beseffen dat is puur geluk. Door mijn blog over mijn en ons leven in de Dahliastraat met een jongen die leukemie heeft gehad. Ben ik in contact gekomen met kanten van mij zelf die ik daarvoor geen kans gaf. Schrijven vond ik altijd al leuk en verhalen vertellen nog leuker. Maar nu nu ik schrijf is er een dimensie bij gekomen. Door de verhalen komen er zaken tot leven. Het is als de bollen in de tuin die nu de zon meer en meer haar kracht weer terug krijgt en meer schijnt, de bollen uit de grond laat schieten. Wat verborgen was komt opeens aan het licht en verspreid geuren en kleuren, leven.  Vandaag had ik samen met de redactie van Attent ( kwartaalblad van de VOKK) een redactie vergadering. Ik leer weer nieuwe mensen kennen en hoor verhalen die mij raken. Er is een nieuwe wereld voor mij open gegaan waar op andere plekken in mijn leven deuren dichtgaan. Door het leven wandelen gaat niet altijd over rozenblaadjes. Ik ben al blij als ik de rozen zie, de dorens neem ik voor lief. 

Als toegift op mijn geluk kreeg ik vandaag een mooie bundel geluk kado. 50 gedichten van Merel Morre. Een schat aan woorden gekregen van een schat van een vriendin. Of zoals Merel zegt:’dingen brengen ongeluk(als je erin gelooft) mensen brengen geluk (als je erin gelooft) . Ik heb geluk! En zou het wel willen uitstrooien als zaadjes in een pas omgewoelde tuin om later de bloemen ervan op te zien komen. 

Een portie geluk alstublieft . En kunt u het inpakken ? Het is een cadeautje.( uit : een bundel geluk van Merel Morre)

Spookhuis

Wij zijn vandaag in een soort van spookhuis geweest; Kinepolis. De grootste bioscoop van Utrecht. 


We zaten met zijn vieren in de grootste zaal. 620 zitplaatsen een scherm van 26m bij 11 meter en alles was nog gloednieuw. Het hele gebouw ruikt naar nieuw. Maar het was een beetje spookachtig. Zo een groot inmens gebouw en wij waren de enige bezoekers. Ga je in de pauze naar de voyer voor drinken kom je in een mega supermarkt met allerlei soorten snacks en drinken. Alles is daar mega. Het voelt zo raar, er zijn meer mensen aan het werk daar dan dat er bezoekers zijn. Dat kan toch niet rendabel zijn? Wel hadden wij dus alle aandacht en ruimte. We konden praten tijdens de film of lopen, niemand die er last van had. Zelfs in de toiletten was het groots en nieuw. Ik had als enige vrouw keuze uit vijftig toiletpotten en tien wastafels en vier handblowers. In Nederland nemen we de gekte van Amerika over. Daar hebben ze alles mega en groot. Maar wat moeten we in Utrecht een stad met al vijf of zes bioscopen nog met een nee twee van die megadingen. Ik ben te ouderwets. Maar het was dan ook een ouderwets gezellig middagje bios met mijn drie zonen. 

Zelfmanagement 

Het is een heel hip woord in de gezondheidszorg. Zelfmanagement en E-health alsof het magische woorden zijn en de ziektes voor je ogen verdwijnen. Niets is minder waar. Maar het is ook niet iets slechts. Zelfmanagement wil zeggen dat je de zorg in eigen hand hebt, zelf in controle bent. Maar het gekke is mijn ziekte heb ik niet in de hand. Ik kan slechts aan een aantal touwtjes trekken om trucen uit de doos te halen om eruit te halen wat eruit te halen valt. Soms is er gewoon niet meer van te maken, zelfs niet met mooie trucjes of woorden.

Vandaag was ik met nog een aantal mensen uitgenodigd voor een gesprek over een zelfmanagement programma; patiënt coach. Vijf jaar geleden in Davos is het begonnen. Daar werden wij als patiënten gevraagd mee te doen aan een onderzoek. Dit onderzoek moest uitwijzen of mensen die aan zelfmanagement deden langer ‘goed’ bleven dan de mensen zonder zelfmanagement. Het definitieve rapport is nog niet geschreven, maar uit de eerste resultaten lijkt naar voren te komen dat zelfmeters het beter doen dan de andere groep. De truc is natuurlijk dat je jezelf beter leert kennen en de signalen van je lijf op tijd gaat interpreteren. Aan de hand van een met de behandelaars opgesteld noodplan kom je dan een heel eind op de goede weg. Maar als je lijf uit de bocht vliegt door een virus of bacterie dan vliegt het ook gewoon uit de bocht met of zonder de handen aan de teugels. De patiënt coach is een extra hulpje in de goede richting. Het is een check voor tussendoor en een meetinstrument door de tijd heen zodat zowel jij als patiënt als de behandelaar een goed inzicht krijgen hoe het met je lijf gesteld is in meerdere opzichten. Het mooie van de patientcoach is dat het niet alleen voor een ziekte/aandoening is maar eventueel voor meerdere aandoeningen ineen. Het idee is om ook het psychosociale deel aan bod te laten komen. Het moet eigenlijk een heel compleet pakket worden. Er is nog heel wat werk dat er gedaan moet worden om een en ander tip top te krijgen. Tot die tijd moeten we het doen met wat we hebben. Een lijf dat af en toe steigert in de teugels en soms van rustige draf overgaat in forse galop en door niets meer te temmen lijkt. Tot het een heg of hek tegenkomt en weigert om verder te hollen. Dan sta je letterlijk en figuurlijk even stil. Tijd om de rekening op te maken. Is dit wat ik wil? Is dit wat ik kan? Ik ken mijn lijf en mijn ziekte de samenwerking is nog niet optimaal, maar daar werken we aan, zonder zelfmanagement , wel onder mijn leiding.

Pizza

‘ Laat niet als dank na het aangenaam verpozen de eigenaar van het bos de blikken en de dozen.’ Deze slogan stond vroeger op een kaartje van kaartje keer uitgegeven door Nationale Nederlanden. Ik was als meisje onder de indruk van deze iet wat vreemde zin. Het is wat ouderwets taalgebruik, maar eigenlijk zo klaar als boter. Wanneer je ergens iets hebt gegeten je de restjes niet achterlaat voor wie na je komt. Kortweg;” ruim je rommel op!” 

Wat heeft dit met pizza te maken? Nu dit: onze stad Woerden heeft sinds enige tijd er een aantal pizzeria’s bij. Ze stunten tegen elkaar op. Wat ik wel een goed initiatief vind is dat ze de koeriers een elektrische fiets hebben gegeven.  Dat is een verbetering ten opzichte van de brommertjes. Maar nog steeds zijn het kamikaze piloten. Door de enorme stunt aanbiedingen neemt het aantal pizzadozen ook toe het is evenredig in groei. Helaas heeft de gemeente het aantal afvalbakken gereduceerd. In ieder geval op plekken waar veel jongeren hun pizza eten; het park. De pizza’s van een grote aanbieder zijn nu zo goedkoop (€2,99) als je die voor 14:00 uur besteld dat het voor de armlastige studenten een heel anantrekkelijk tussendoortje is geworden ipv een zak stokbrood en kruidenboter. Je struikelt nu bijna over de dozen. Ze liggen overal, maar niet in de prullenbakken. Wanneer ik langs loop raap ik ze op en stop ze alsnog in de bak. Maar nu is de aanvoer van de dozen zo hoog dat de bakken overvol raken en de straten verder bezaaid raken met rommel. Pizza is lekker en goedkope pizza is natuurlijk prima, maar minder pizzadozen op straat is beter. Ik deel de slogan gewoon nog maar een keer, misschien pikt iemand het idee op. 

Tering 

Ik weet het vloeken is niet normaal. Schelden met ziektes is helemaal niet normaal. Ik ben ook echt geen voorstander van vloeken en schelden en doe het ook zelden. Maar echt de laatste week heb ik veel pijn, tering takke veel pijn. Ik wordt er helemaal naar van. Heb je geen pijnstillers dan en oefeningen? Ja ja die heb ik en die doe ik ook allemaal keurig nemen en oefenen, maar het lijkt geen fluit te helpen. Gistermiddag heb ik de hele middag op de bank gelegen. Na het eten en het rondje met Frey ben ik om half acht al naar bed gegaan. Ik ben kapot! 

Blijven bewegen en naar je lijf luisteren is uitputtend. Ik zou willen dat mijn lijf nu eens naar mij zou luisteren.