Vandaag is het weer eeuwigheidszondag. Dat betekend niet dat het eeuwig zondag is. Maar wel dat we net als met Allerzielen de mensen die ons zijn ontvallen herdenken. Een dag met een rauw randje. En tegelijkertijd geloof ik ook in het gouden randje. We zullen niet voor eeuwig van elkaar gescheiden zijn. Al zie je iemand niet meer in dit leven wil niet zeggen dat je elkaar nooit meer zal kennen.
Er staat in de bijbel een verhaal een droom die zo begint; “en zie er was een nieuwe hemel en een nieuwe aarde en de zee was niet meer..”
Het is een apart stukje tekst. Die zee die er dan opeens niet meer is. Waar denk ik dan aan? Mijn gedachte zit gekoppeld aan mijn verleden. De zee staat voor scheiding tussen dat waar je wil zijn en waar je niet kunt komen. De zee staat voor tranen van verdriet, onmacht, gemis, rouw. Voor loslaten . Mijn moeder zegt weleens dat we door de zee moeten. Daarmee doelt ze op dat we los laten waar we op vertrouwden, dat we door moeite en verdriet heen moeten om daarna weer droog en heelhuids aan de andere kant uit het water te komen. Water heeft een reinigende werking, zuiverend. Maar water is ook krachtig. Door de zee gaan betekend over de bodem van je bestaan heen gaan. Met tegenwerking en met moeite, tranen en verdriet. Maar door gaan en hoop hebben op een betere uitkomst uit het water, uit de diepte. Toen Reinier zo ontzettend ziek was voelde ik mij ook vaak diep in de zee. Soms voelde ik mij verlaten. Dan schreeuwde mijn hart het uit “wanneer is het nu genoeg? Het is ook uw kind dat hier ligt.” In dat alles kwam er ook weer uitzicht, een straaltje licht om naar toe te wenden om groter te maken. God enkel licht. Zo zegt een dichter. Voor mij was het niet altijd licht, maar ik heb mij wel vast gehouden aan de vonkjes die ik zag. Iemand zal het laatste woord hebben, voor mij is dat God. De zee kan mij niet scheiden van mijn liefde voor hem die mij liefheeft. Ik kan een zee aan tranen laten, tranen van verdriet en tranen van geluk.
Eeuwigheid zondag, ik denk aan de mensen die ik mis. Die in mijn hart voortleven, maar niet meer tastbaar aanwezig zijn. Bij de dienst vanochtend werden liederen gespeeld en gezongen. Onder andere “stil maar wacht maar alles wordt nieuw” en ” stad met paarlen poorten”. Het eerste lied daar heb ik al eens een blog aan gewijd, het is namelijk niet zo eenvoudig om stil te zijn en te wachten tot het eindelijk ‘nieuw ‘ is. Stil zijn is een luidruchtig gevecht dat voornamelijk van binnen wordt gestreden. En dan het andere lied, een lied welke mijn vader graag zong. Zo draag ik hem mee in mijn hart.
” De hemel van ooit begroet de aarde van hier wanneer de liefde het leven verandert.” (Der Himmel, der ist)