Oud en iets minder oud

Met het komen en gaan van de jaren worden we ouder. Hoe meer nieuw jaar hoe ouder de jaren worden.

Steeds opnieuw voor het eerst , leven we het leven.

Oud en nieuw. Gewoon steeds een dag tegelijk. Meer hoef je niet . Meer kan ik niet. Steeds opnieuw voor het eerst.

Alle goeds voor die nieuwe start steeds opnieuw.

Oliebol

Ik voel mij een beetje een oliebol. Rond als een bolletje wol door al het snoepen van de maand december. Vettig door het bakken van zo’n honderdvijftig oliebollen. Ach ja traditie!

Mijn jongens vragen dan of ik nog ga bakken. Want ja dat doe ik ieder jaar, twee keer. Een keer op oudejaarsdag en een keer voor het oliebollentoernooi van de zwemclub. Vandaag bakte ik ook voor de brediusrollers. Zij hadden een speciale super gezellige en drukke training met een feestelijk tintje. En mijn oliebollen. Ze waren zo op.

Nu ben ik inmiddels weer fris gedoucht. We hebben al heerlijk monopoly gespeeld als vanouds. Het begint al aardig op oudejaarsdag te lijken. Alleen het is nog niet zover, morgen pas. Maar morgen mag ik werken en overmorgen ook. En heel vroeg ook al. Dus ik ben blij met wat ik nu al heb. Nu lekker op de bank een film kijken met zijn allen. Lekker in pyjama. En morgen zien we wel weer.

Dag lekkere oliebol!

Ze zijn al bijna alle honderdvijftig op

Jaaroverzicht

Het jaar 2017 is bijna ten einde. Nog maar drie dagen en dan is het een nieuw jaar. Belangrijker is dat het iedere dag een nieuwe dag is en een nieuwe kans om waar te maken wat je in je mars hebt. Het is lastig om jezelf aan te kijken en niet te zien op wat er niet lukt of wat je anders wil. Uitzien naar een nieuw jaar, doe ik dat? Ja en nee. Ja want het biedt 52weken om aan te werken. Leven is een proces van schaven, schuren en vijlen. Soms iets oppoetsen en laten stralen of een beetje afstoffen. En nee het nieuwe jaar is ook best weer spannend. We hopen ieder jaar dat mijn jongste minder ziek zal zijn en meer Reinier kan zijn. Ik hoop dat mijn kinderen hebben geleerd om het leven te omhelzen en te koesteren. Het leven voluit te leven. Niet op vol gas maar wel dat zij eruit kunnen halen wat er voor hen in zit. Dat is levenskunst. Ik hoop dat ze die kunst onder de knie krijgen en houden.

Deze tijd in het jaar doet toch ook even terugblikken. Wat heeft zich allemaal afgespeeld dit jaar? In grote lijnen was het een ‘beter ‘jaar dan 2016. En toch… in mei van dit jaar werd Reinier geopereerd aan zijn heup. Oude eruit en nieuw erin. Weken revalidatie en met goed resultaat. Hij kon meedoen met de eerste kaastaptoe en hoe! Hij is zijn laatste stap aan het zetten om zijn Havo diploma te halen. Hij sport en gaat naar de harmonie en de sleutelclub. Hij laat zelf zijn Frey uit. Het lijkt de weg omhoog te zijn. Maarten en Floris doen het super op school en hopen ook binnen zes maanden afgestudeerd te zijn. Zelf heb ik een zwaar jaar gehad. En niet alleen dit jaar. Maar nu wel uitermate slopend. Maanden met enorme pijn en zo goed als geen gevoel in mijn linker been. Dan eindelijk de verlossende operatie met napret van mijn longen. Maar ook ik ga vooruit. Ik heb nieuw werk en mijn conditie verbeterd. Ik kom er wel. Maar het nieuwe jaar zie ik met argusogen tegemoet. Ben ik er blij mee? Ik weet het nog niet. Ik ben uitermate voorzichtig met hopen op een rustiger jaar. Ik wil het wel maar ik durf het nog niet zo goed. Het is alsof ik weer moet leren zwemmen. Voor het eerst het diepe in zonder drijvers. Je kunt ergens bang voor zijn en verlamd raken. Of je kunt gewoon het diepe in springen en erop vertrouwen dat je kunt zwemmen.

Ik spring het nieuwe jaar straks in, wetende dat ik kan zwemmen.

Dat was het

Nou dat was kerst 2017! Mijn jongste zoon heeft deze dagen griep op visite gehad en nog is hij er niet van af, maar al wel iets beter dan eerder. Zelf zijn we bij mijn moeder op visite geweest. Daar kwamen ook mijn drie broers en twee zussen met aanhang. Een hok vol! Niet gek dat mijn moeder er dan voor kiest om een gehoorapparaat uit te laten. Je wordt er horendol van. En toch zij en wij genieten op eigen wijze van het samenzijn. We dragen de anderen die er niet zijn, bij ons. Dichterbij kan niet. Mijn moeder heeft de traditie ook dit jaar weer in ere gehouden. Als gezin bij elkaar en toch kunnen we soms zo ver van elkaar afstaan. Maar als het erop aan komt dan is mijn familie er. Door dik en dun.

Kerst is ook herinneren. Herinneren aan de kerstboodschap. Denken aan hoe het eerder was. Aan onbezorgde dagen. Maar ook films kijken. Nu via Netflix of een app. Deze keer werden het oa. Kruimeltje en Abeltje. Blijkt dat een van mijn kinderen daar vroeger nachtmerries van had gehad. Ik verbaasde mij. Dus daarom nog maar eens kijken wat er dan zo spannend aan was. En ja ik snap het nu wel. Nee ik vind en vond de film Abeltje niet eng. Maar mijn jongens hebben een groot inlevingsvermogen en veel fantasie. Dat is een geweldige schat en een uitdagende combinatie. Ik had het kunnen weten dat ze dit spannend konden vinden. Maar ik denk dat ik er met teveel sentiment en nostalgie aan het boekenverhaal naar heb gekeken. Niet met de ogen van de moeder van inlevende jongens. Ze vonden kabouter plop en Pipo de clown al eng. En ik snapte ze. Deze had ik over het hoofd gezien. Maar nu na vele kersten is het nu goed gemaakt. Ook zij konden er om lachen, al was het nog niet van harte. Ik hoop maar dat ze er geen nachtmerrie van krijgen.

Oh ja en het eten, vooral het toetje was hemels!

Bijna kerst

De gelukkigste tijd van het jaar. Zo wordt de kersttijd omschreven in liedjes. Ik moet zeggen dat voor mij de glans ervan af is. Kerst het verhaal van de geboorte van het licht der wereld dat is nog even glanzend als voorheen. Maar al de poespas erom heen doet mij pijnlijk herinneren aan wat niet meer is. Er is een tekst die deze strekking heeft;” toen ik jong was en een kind, leefde ik als een kind. Nu ik ouder ben leef ik als een man/vrouw en niet meer als een kind.”

Leven als een kind zo onbezorgd en blij. Totdat je eigen kind kanker krijgt. Je ziet en voelt tot in je botten dat niets meer onbezorgd is. Dat leven niet vanzelfsprekend is. Dat leven een groot cadeau is waar je heel zuinig mee mag zijn. Het is als een kerstbal, glanzend, glimmend, maar oh zo kwetsbaar. Maar dat het leven niet altijd schittert en glimt is ook pijnlijk duidelijk geworden. We hebben mensen en mensenkinderen zien breken door ziekte, door een leven wat niet meer leven was. Zouden we dan juist niet meer koesteren wat ons dierbaar is? Het gevoel om dichtbij elkaar te kruipen is groot. Maar mijn kinderen zijn mannen geworden. Ze kroelen nog wel eens even tegen mij aan, maar ze zijn geen kind meer.

De glans is er af. Maar ik laat de dankbaarheid de boventoon voeren. Want het had ook heel anders kunnen zijn. Gemis voelbaar aanwezig van onbezonnenheid en van dierbaren die er niet meer zijn. Ze zijn niet tastbaar aanwezig en toch ook weer wel. Ook in deze dagen voel ik ze nabij in mijn hart. Draag ik ze met mij mee. Zij ontbranden in mij een vuur dat aanspoort om te leven en het licht te zoeken. Soms zit het in een kier tussen de donkere wolken. Maar het is er.

Kerstfeest zonder kerstkind is gewoon maar een feest. Ik wens iedereen het licht van kerst toe om uit te dragen in de donkere dagen. Om een beetje glans te geven, waar die nu ontbreekt. Shine your light!

Achterstand

“Hoeveel moet je nog inhalen?”mijn vraag aan mijn jongste zoon. Hij doet dit jaar zijn laatste poging om het HAVO diploma binnen te halen. Het gaat hem vast en zeker lukken. Dat is mijn visie op het al. Hoe kijkt hij er zelf tegenaan? Als een berg werk! De meeste achterstand is inmiddels wel ingehaald. Nog vijftien tentamens en/of praktijkopdrachten te gaan. Oh ja en nog een paar examens. Het lezen van de literatuur is een van de grootste uitdagingen. Ik heb hem al gewezen op luisterboeken en uittreksels, alles om het iets te veraangenamen. Wanneer je geen ster bent kun je toch schitteren. Mijn zoon schittert door zijn oneindige lijkende inzet. Zijn drijfveer om door te gaan. Dat diploma moet en gaat er komen. Hij wil door. Door met leven.

Wat is nu achterstand? Of is het bijstand? Hij is staande bij. Hij loopt eigenlijk niet achter, maar voor. Wanneer ik kijk naar zijn persoonlijke groei in de afgelopen drie jaar dan is hij een reus geworden. Loopt hij voor op leeftijdsgenoten. Helaas was het wel een harde leerschool. En nog leert hij er dagelijks in bij. Met de uitbreiding van zijn horizon en kennissenkring neemt ook de compassie toe. Hij is ondersteboven van het verlies van een reisgenoot. Hij gaat mee door het dal wanneer hij leest in een appje dat een andere reisgenoot mogelijk heel binnenkort zijn zicht zal verliezen. Dat laat ook hem niet koud. Maar wat kun je er aan doen? We lopen zij aan zij en werpen steelse blikken heen en weer. Deze jongen loopt niet achter en heeft geen achterstand. Hij loopt voorop in bijstand. Al gaat het soms misschien nog wat onwennig of hakkelend. De groep van reisgenoten maken een intensieve tijd met elkaar door. Samen delen zij hun lief en leed. Op zo’n manier waar wij als ouders geen weet van hebben. Ze hebben hun eigen ‘code’ hun eigen galgenhumor op hun tijd. Het sleept ze erdoor heen. Diepgang dat heeft hun leven wel gekregen. Een leerschool op een brute manier hun opgelegd en toch heeft het ze ‘verzachtend/soft ‘ gemaakt. Ze schitteren al zijn ze geen ster. Ze lopen niet achter, geen achterstand, maar ze lopen, soms strompelend, vooruit een onzekere toekomst tegemoet.

Mensenwerk

Gister was er een werkvergadering van en met de vrijwilligers van de vereniging Nederland-Davos. Een ontzettend leuke enthousiaste groep mensen die zich inzetten voor de ander, om niet. Naast dat het heel gezellig samen is, kwam er ook nog heel wat nuttigs uit dit samenzijn. De visie en de missie met daarbij doelen en projecten zijn in grote lijnen uitgezet. Met als thema:mensen!

We trappen er allemaal in. We noemen mensen die ziek zijn; Patiënt. Maar het blijft ondanks de ziekte of kwaal wel een mens. Ik wordt dan ook liever gezien als een mens met lastige longen, dan dat ze mij een longpatiënt noemen. Wat zit erin een naam? Het gaat om de essentie, of de nuance. Dokters, artsen zeg maar behandelen een mens met een ziekte. Ze weten vaak veel van en over de aandoening, maar de mens daarachter is steeds weer een nieuw boek. Er zijn er geen twee dezelfde van. Het is maatwerk en mensenwerk. Mens zijn betekend ook dat je niet altijd alles goed kunt doen. Je kunt wel altijd je best doen om het voor de ander zo goed mogelijk te laten verlopen. Dat betekend geven en nemen.

Als vereniging hebben we dan ook de missie/visie gevestigd op de mensen binnen onze vereniging en eventuele nieuwe leden. Mensen die iets te maken hebben met longafwijkingen. Of ze die nu zelf hebben of dat ze een naaste hebben of hadden die ermee geconfronteerd is/werd. Als vereniging willen we ons sterk maken voor hen als mens. Samen staan we sterker. Maatwerk of mensenwerk of beide, geen gemakkelijke taak, wel een mooi gezamenlijk doel.

Egoïsme

In feite kun je je kind niet beschermen. Ik kan mijn kind niet verstoppen in een doosje zodat hem geen kwaad of verdriet overkomt. Het is mij vanavond weer eens pijnlijk duidelijk geworden.

Ik vroeg mijn jongste zoon wat hem bezighield. Ik zag dat hij ergens mee zat. Hij vertelde mij dat een meisje uit de ‘PeterPan-groep’ is overleden.

Hoe voel je je daarbij? Vroeg ik hem. ” verdrietig en blij “, zo antwoordde hij. “Verdrietig dat ze er niet meer is en niet ouder kon worden. Blij omdat ze nu niet meer in een hel hoeft te leven!”

Mijn kleine jongen die al zo groot is. Ik ben zooo ontzettend blij met en trots op mijn kind. Ik ben zo blij dat mijn kind leeft. Ondanks dat hij ook nog in een heel ingewikkelde situatie leeft. Ik durf het geen hel te noemen. Maar het is ook zeker de hemel niet. Maar hij leeft. Ik voel mij zo een ongelofelijk egoïst. Waarom? Ik heb er geen goed antwoord op. Ik zou mij geen raad weten om met het verlies te moeten leven. Ik koester mijn kinderen en het leven dat ze lijden of leiden. Maar beschermen kan ik ze niet. Niet echt. En dat is confronterend. Ik voel mij egoïstisch als ik bedenk dat ik mij weer meer buitenshuis bezig houdt. Dan kan ik er ook niet echt zijn voor mijn kind. En toch, hij komt wel naar mij toe. We hebben een speciaal lijntje hij en ik. Eigenlijk wel met al mijn jongens. Ze zijn onmisbaar voor mij. We zijn verbonden hoe dan ook. Dat zit diep geworteld. Dat dan weer wel.

Gewenning

“Hoe lang werk je hier al?” Werd mij vandaag gevraagd. Ik moest wel een beetje gniffelen. Nou twee weken om precies te zijn. Het lijkt alsof ik er al veel langer ben. Zo vertrouwd voel ik mij al. Vandaag mocht ik heel vroeg beginnen. Om half zeven was ik al present. Voor de eerste keer mee de kliniek in. Het is net alsof ik er al vaker ben geweest. Nou ja dat klopt eigenlijk ook wel. Ik heb al heel wat dagen en uren doorgebracht binnen de muren van het WKZ en het UMCU. Dus ja de omgeving is vertrouwd. Het werken eigenlijk ook wel. De finesses zijn net even anders.

Thuis heb ik ook het nieuwe ritme weer gauw gevonden. Doordat ik nu langere reistijd heb ben ik in de avond later thuis dan anders. Ik zorg dus nu dat er alvast eten klaar staat de avond voordat ik ga werken. Sta ik in de file dan bel ik even(handsfree) naar de mannen thuis of ze het eten vast op willen zetten. Kom ik thuis hoef ik alleen nog maar aan te schuiven en het op te eten. De was gaat ook gewoon door. ‘S nachts draait de wasmachine en voor ik wegga staat de droger alweer aan. Op mijn vrije dagen doe ik de strijk en de boodschappen en maak ik nog wat schoon. En ja dan blijft er ook nog tijd over voor mij. Ik zwem en ga naar de fysio. Ik richt het huis in in kerst en/of wintersfeer. Lekker lopen met Frey om mijn hoofd leeg te laten waaien lukt ook nog steeds. Dus ja het is druk! Maar ook wel weer heel fijn dat het allemaal gaat zoals het gaat. Het was best spannend om de overstap te maken, maar het lijkt tot nu toe goed uit te pakken. Ik heb er geen spijt van

Glibber de glibber

Sneeuw is prachtig! Sneeuw is koud. Sneeuw is adembenemend, mooi. Maar wanneer je door de sneeuw moet rijden is het een stuk minder romantisch. Na een paar dagen is de sneeuw ook niet meer zo stralend wit als je zo willen. Een bruine smurrie is wat er rest. Sneeuw is prachtig maar vooral van achter het glas en net de eerste dag.

Deze blog is uitgegleden over drie dagen. Ik ben al minstens drie keer begonnen aan het schrijven. Meestal is mijn blog af binnen vijf minuten. Deze keer een uitzondering. Met de start van mijn nieuwe baan gelijk ook met de neus in de boter gevallen wat betreft het weer. Dan is sneeuw dus voor mij ook iets minder fijn. Mijn winterbanden zijn besteld, net te laat ik weet het. Maar goed de winter is net begonnen, net zo vers als mijn nieuwe werk. Ik vindt dat ik al aardig ingeburgerd raak binnen het team van het UMCU LKCH. Het is een fijne plek met fijne mensen. Daar heb ik de ongemakken van het rijden dan voor over.